ProjectAndere Gemeentelijke Overheid”

georganiseerd door de Regie en Adviesgroep.

Voor gemeentebesturen en ambtenaren die naar de toekomst kijken!


 

De gemeente en het Rijksprogramma Andere Overheid (PAO)

Wat de centrale Overheid van ons verwacht, is terug te vinden in de nota "Beter presteren met ICT".
In deze nota presenteert het Rijk haar rijksbrede ICT-agenda 2005-2006. Deze agenda kent de volgende hoofdstukken:

Hoofdstuk 1: Ambitie van het Kabinet

- ICT in Europa naar de top
- ICT-gebruik in Nederland kan en moet beter
- Positie van Nederland in internationale vergelijking
- Europa en andere uitgangspunten

Hoofdstuk 2: Betere benutting van ICT


Hoofdstuk 3: Versterken van de ICT-basis

(Voor de speerpunten van het kabinet voor PAO klik hier.)

De ambitie van het Kabinet
Nederland gaat aantoonbaar beter presteren met ICT en behoort tot de top van Europa. Dat is de ambitie die het beleidsprogramma Balkenende II formuleert. Nederland benut de mogelijkheden van ICT beter, opdat meer economisch en maatschappelijk rendement uit ICT wordt gehaald. Nederland zorgt ervoor dat de ICT-basis die daarvoor nodig is (infrastructuur, kennispositie en randvoorwaarden) nog steviger wordt."

ICT in Europa naar de top
Naar de top. Europa wil in 2010 de meest dynamische kenniseconomie ter wereld zijn. ICT, computers, software, netwerken, hardware en multimedia zijn cruciaal om dit doel te bereiken. Nederland wil uitblinken op het gebied van ICT.

ICT-gebruik in Nederland kan en moet beter.
Nederland heeft een goede uitgangspositie. Nederland is van oudsher dicht bekabeld en had al vroeg een groot aantal internetaansluitingen. In Amsterdam ligt één van de grootste Internetknooppunten van de wereld. Er wordt veel geïnvesteerd in software en diensten en Nederland kent een relatief hoge penetratie van PC’s, breedband en mobiel. Ondanks de goede uitgangspositie daalt Nederland van de derde naar de zesde plaats in de Information Society Index en daalt Nederland van de dertiende naar de zestiende plaats in de Networked Readiness Index. De oorzaak is dat Nederland de ICT mogelijkheden in vergelijking te weinig benut. Nederland behaalt te weinig rendement uit ICT in termen van productiviteitsgroei en maatschappelijk nut.

Positie van Nederland in internationale vergelijking
(tussen haken staat de positie die een land in 2004  innam in de vergelijking)

Positie

Information Society Index8

Networked Readiness Index9

1

Denemarken (2)

Singapore (2)

2

Zweden (1)

IJsland (10)

3

Verenigde Staten (8)

Finland (3)

4

Zwitserland (7)

Denemarken (5)

5

Canada (10)

Verenigde Staten (1)

6

Nederland (3)

Zweden (4)

7

Finland (5)

Hong Kong ((18)

8

Korea

Japan (12)

9

Noorwegen (4)

Zwitserland ((7)

10

Verenigd Koninkrijk (8)

Canada (6)

11

-

Australië (9)

12

-

Verenigd Koninkrijk (15)

13

-

Noorwegen (8)

14

-

Duitsland (11)

15

-

Taiwan (17)

16

-

Nederland (13)

Dit beeld van gebrek aan rendement uit ICT wordt op veel fronten bevestigd door  andere indicatoren en studies. Ook de Europese Commissie signaleert een vertraging in het realiseren van productiviteitsgroei met gebruik van ICT.

  1. Innovatieplatform ICT als enabler voor Innovatie;
  2. (CommissionCommunication; Second Implementation Report on the 2003 – 2005 Broad Economic Policy Guidelines;)

Europa en andere uitgangspunten

Nederland moet dus beter presteren. Er is alle aanleiding om nu door te pakken op de vorig jaar gedefinieerde ambitie “beter presteren met ICT”. In de Rijksbrede ICT-Agenda zijn hiervoor vorig jaar al de keuzes gemaakt. Om het gewenste resultaat te bereiken, onderkent het Kabinet vier belangrijke uitgangspunten:

Allereerst is dat Europaals uitgangspunt voor nationaal beleid. Het ICT-beleid van de Europese Unie is een belangrijk vertrekpunt voor dit Kabinet. Tegelijkertijd prioriteert het Kabinet voor Nederland belangrijke onderwerpen voor de Europese ICT-Agenda. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie zijn voorstellen gedaan voor tien belangrijke ICT-doorbraken nodig om van Europa de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie te maken

Het uitgangspunt van dit Nederlandse Kabinet is dat we Europees doen wat Europees moet en nationaal doen wat nationaal kan. In lijn hiermee legt het Kabinet prioriteit om tot actie te komen op de volgende vier aandachtsgebieden binnen de nieuwe Europese ICT-Agenda:

- standaardisatie (inclusief interoperabiliteit);
- veiligheid en vertrouwen; en
- ICT-gebruik in het publieke domein;
- ontwikkeling van breedbandige netwerken.

Het tweede punt is tempo. In de Rijksbrede ICT-Agenda zijn keuzes gemaakt, maar implementatie is vaak complex en acties vergen tijd. Dit mag er niet toe leiden dat resultaten te lang op zich laten wachten. Het Kabinet realiseert zich dat tempo geboden is en heeft bijvoorbeeld het wetgevingstraject voor basisregistraties – noodzakelijk voor eenmalige gegevensverstrekking - vervroegd van 2007 naar 2006.
In een ander domein - de zorg – wordt bijvoorbeeld gewerkt aan de versnelde introductie van het BurgerServiceNummer (BSN) voor identificatie van patiënten.

Het derde punt is duidelijkheid over de rollenvan overheden, instellingen en bedrijven. De (Rijks-) overheid zorgt voor de juiste randvoorwaarden voor de ontwikkeling van communicatienetwerken, de ICT-kennisbasis en mogelijkheden voor betrouwbare en veilige informatie-uitwisseling. Maar ‘het veld’ (de ICT-sector, zorgverzekeraars, bedrijfsleven, gemeenten, politiekorpsen, rechterlijke organisaties, onderzoekers, enzovoort) is zelf verantwoordelijk voor de inzet van ICT voor de verbetering van processen. Het realiseren van de ICT-ambitie kan alleen indien alle partners in ‘het veld’ hun rol goed invullen.

Het vierde punt is continuïteit en flexibiliteit.
Het Kabinet pakt aan en continuïteit is nodig om het ingezette beleid tot uitvoering te brengen. Maar de wereld staat niet stil en dat vergt ook flexibiliteit om in te spelen op de ontwikkelingen om ons heen. De verplaatsing van ICT-activiteiten naar het buitenland (off-shoring) is bijvoorbeeld niet tegen te houden. De effecten op de werkgelegenheid in Nederland daarvan kunnen gering blijven, maar dat vergt gepaste actie; in termen van een competitieve ICT-sector; vraaggerichte ICT-dienstverlening; een kwalitatief hoogwaardige kennisinfrastructuur en een goede aansluiting tussen opleidingen en arbeidsmarkt.
Het ICT-beleid moet dus voldoende meebewegen met recente ontwikkelingen. Dat zien we ook terug bij de distributiekanalen van telecommunicatie, omroep en internet die in elkaar overvloeien (convergeren). Dit betekent bijvoorbeeld dat ook het toezicht op die markten daarvoor zal moeten veranderen. Minder sector- en technologiespecifiek en meer gericht op evenwicht in de markt en op kwaliteit, leveringszekerheid en continuïteit.

 2. Betere benutting van ICT

Doel:
Modernisering van de overheid en de aanpak van grote maatschappelijke vraagstukken door een combinatie van nieuwe manieren van werken en organisatie, deregulering en betere benutting van ICT.
Dit kan bereikt worden door:

3. Versterken van de ICT-basis

Doel:
Nederland profiteert optimaal van haar goede uitgangspositie op het gebied van communicatie-infrastructuren en bouwt deze positie verder uit.
Dit kan bereikt worden door:

  1. a. Het creëren van goede basisvoorwaarden waardoor de publieke belangen worden geborgd. Centraal staat daarin een goede marktordening en effectief markttoezicht.
  2. b. Het stimuleren, faciliteren en reguleren van innovatieve communicatie-infrastructuren, onder andere door de uitvoering van het Actieprogramma Breedband, een nieuwe nota frequentiebeleid en de digitalisering van de ether.

vervolg: Speerpunten van het kabinet voor PAO

Aanvullende informatie kan verkregen op:

Rijksprogramma "Andere Overheid"
Rijksprogramma "Stroomlijning Basisgegevens"


 

Klik hier voor de homepage


copyright februari 2006

Project Ago:ra